De eerste mensen woonden in het Boheems Paradijs (Český ráj) ongeveer 350 000 jaar geleden – in de steentijd waren dat eerst de mammoeten- en berenjagers, later in het 6de – 5de millennium v. Chr. voornalmelijk boeren, de bandkeramische cultuur en later de stichbandkeramische cultuur.

Rond 2000 voor Christus werd het gebied van het Boheems Paradijs bewoond door mensen van de urnvelden die stevige forten bouwden (Mužský (heuvel), Prachovské skály (rotsen), Klamorna). Rond de 4de eeuw voor Chr. werd het zuidelijke deel bezet door de Kelten en in de laatste eeuw voor Christus werden deze gebieden geleidelijk bezet door de Germanen. Na hun vertrek, tijdens de migratie van volken, kwamen de Slaven, met name de Kroaten die de oude forten in met name in Prachovské skály en op Mužský omgebouwd hadden.

Vanaf de 10de eeuw regeerden op dit gebied heersers van het adellijke geslacht Přemyslovci en later Markvartitzen. Dit adellijke geslacht is geleidelijk ondergedeeld in de geslachten Wallenstein, Vartemberks, Michalovice en Lemberk die de meerderheid van de culturele monumenten in dit gebied hebben gebouwd.

Na de Hussietenoorlogen werd een aantal kloosters, burchten en steden in de regio verbrand en de macht van de adel versterkt. Men heeft daarna veel steden en glasfabrieken opgericht, er zijn molens en hamermolens ontstaan en de winning van ijzererts heeft zich verder ontwikkeld. Daarna kwam de opstand van de Boheemse standen. Van de regio Boheems Paradijs en Podkrkonoší hebben onder anderen Albrecht Jan Smiřický, Jáchim Ondřej Šik, Václav Budovec z Budova, Matyáš Thurn en de Heer van de burcht Pecka, Kryštof Harant z Polžic a Bezdružic wiens geconfisqueerde eigendom grotendeels door Albrecht von Wallenstein werd ingenomen. Wallenstein heeft zich gevestigd in de stad Jičín die op die manier een waar centrum van onderwijs en van macht is geworden. Tijdens de Dertigjarige Oorlog en na de dood van Wallenstein werd het hele gebied echter volledig geplunderd.

De regio´s Boheems Paradijs en Podkrkonoší werden nog één keer getroffen. Het was ongeveer 200 jaar later, tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog, toen voornamelijk in de buurt van de steden Mnichovo Hradiště, Kost, Jičín en Turnov werd gevecht.